Een van de grootste misverstanden die wij tegenkomen tijdens onze inspecties is het door elkaar gebruiken van aarding, vereffening en beschermingsleidingen. Het wil nog wel eens een meningsverschillen opleveren in het vak, maar de NEN 1010 stelt eenduidige eisen op het gebied van aarding, vereffening en beschermingsleidingen. Daarom in deze blog het verschil tussen deze drie en waar ze volgens de NEN 1010 aan moeten voldoen.
In de praktijk wordt er vaak over aarding gesproken, ongeacht of het over aardleidingen, vereffeningsleidingen of beschermingsleidingen gaat. Daarom zetten we de drie begrippen uiteen:
Aarding
Het kan altijd voorkomen dat een elektrische installatie onder spanning komt te staan, bijvoorbeeld wanneer er een aardfout ontstaat en een actieve geleider uit een klem schiet en tegen de metalen behuizing aan komt. Om te voorkomen dat een mens of dier hier hinder van ondervindt wanneer zij de installatie aanraken en daarmee onder spanning komen te staan, wordt de foutstroom afgevoerd naar de aarde/grond, door de aarding. Aarding is het gedeelte vanaf de verbinding van de hoofdaardrail de grond in. De aarding is te herkennen aan een blanke draad (als het goed is) die de grond in gaat.
Vereffening
Een vereffening is de verbinding tussen twee metalen delen in een installatie. Het waarborgt de potentiaalvereffening. Een potentiaalvereffening koppelt alle onderdelen in een gebouw die stroom kunnen geleiden en zorgt er dus voor dat wanneer een onderdeel onder spanning staat, dat de rest van de installatie op hetzelfde spanningsniveau komt waardoor er dus geen potentiaalverschil meer is. De vereffeningsleiding wordt aangesloten op de hoofdaardrail. Zo creëren de vereffeningsleidingen een veilige verbinding tussen diverse elektrische installaties in een gebouw. Er zijn twee soorten vereffeningsleidingen, namelijk beschermende vereffeningsleidingen en aanvullende beschermende vereffeningsleiding.
Een beschermende vereffeningsleiding is de leiding die de hoofdaardrail of hoofdaardklem verbindt met vreemde geleidende delen van de gebouwconstructie, denk aan gas en water, metalen centrale verwarmings- en luchtbehandelingssystemen of metalen mantels van telecommunicatiekabels.
Een aanvullende beschermende vereffeningsleiding is de leiding die een metalen gestel verbindt met andere metalen gestellen (onderling verbinden) of vreemde geleidende delen.
Voor een functionele vereffeningsleiding wordt vaak een groen/gele draad gebruikt. Dit mag echter niet volgens de NEN 1010. De norm zegt niet welke kleur de draad wel moet hebben, maar meestal wordt een zwarte of blanke draad gebruikt.
Beschermingsleiding
Wanneer er een defect in de isolatie van een elektrisch toestel optreedt, zal de stroom door de beschermingsleiding afgevoerd worden. Hiermee smelt de smeltveiligheid door, schakelt de installatieautomaat of de aardlekschakelaar uit en wordt de stroom onderbroken. Het voorkomt dus dat de spanning schade kan aanrichten.
Eisen NEN 1010
Of het nu om een aarding, vereffeningsleiding of beschermingsleiding gaat, de NEN 1010 stelt enkele algemene eisen aan zo’n leiding. Sommige zullen klinken als open deuren. Zo moet elke aarding, vereffeningsleiding en beschermingsleiding continu betrouwbaar zijn. Naast de algemene eisen wordt in hoofdstuk 54 elke leiding besproken in aparte rubrieken in de NEN 1010 norm.
De eisen aan aardingsvoorzieningen zijn terug te vinden in rubriek 542. Een voorbeeld eis aan aardingsvoorzieningen is dat de verbinding die de aarding maakt betrouwbaar moet zijn en aan de eisen voldoet die aan de beschermingsmaatregelen van de installatie worden gesteld.
Vereffeningsleidingen zijn terug te vinden in rubriek 544. Een voorbeeld eis is dat wanneer er een fout optreedt tussen de faseleiding en een metalen gestel of beschermingsleiding in een stroomketen of in elektrisch materieel dat de installatieautomaat of zekering automatisch de voeding uitschakelt binnen de uitschakeltijd, zoals vereist in de NEN 1010.
Beschermingsleidingen zijn terug te vinden in rubriek 543. Beschermingsleidingen moeten volgens de NEN 1010 onder andere op deugdelijke wijze zijn beschermd tegen mechanische beschadiging, chemische of elektrochemische aantasting, alsmede elektrodynamische en thermodynamische belasting. Beschermingsleidingen dienen te worden aangesloten op een beschermingscontact, vroeger genoemd randaarde. Elke verbinding (bijvoorbeeld een schroefverbinding of verbindingsklem) tussen beschermingsleidingen of tussen een beschermingsleiding en ander materieel, moet een duurzame elektrische verbinding zijn.
Tip
De NEN 1010 kan een moeilijk te doorgronden norm zijn. Daarom is er een toegankelijke en kortere versie gecreëerd: NEN 4010.
Andere valkuilen
Naast het door elkaar gebruiken van aarding, vereffening en beschermingsleidingen komen we ook andere valkuilen tegen tijdens keuringen van elektrische installaties. Wilt u nou niet dat het u overkomt om in bekende valkuilen te stappen? Dan hebben we een handige korte checklist voor u. Een kaartje dat u eenvoudig bij u kunt dragen of als afbeelding op uw telefoon of tablet op kunt slaan om elke keer even na te lopen wanneer u een elektrische installatie oplevert of onderhoud aan de elektrische installatie heeft uitgevoerd.
Onderwerpen: